Vughterstraat n° 102
Ging men door de Vughterbinnenpoort de Vughterstraat weder in dan kreeg men eenige huizen verder aan zijne rechterhand eerst eene poort, die stond voor de straat, thans de Kuipertjeswal geheeten, zooals blijkt uit eene Bossche schepenakte van 1611 (Reg. n° 282 f. 82), waarbij Wouter de Weyer kocht huis met erf en tuin, staande in de Vughterstraat tusschen de Molenbrug en de poort van den gang, waardoor men van die straat gaat naar de kerk van de Kruisbroeders en wel tusschen het huis der wed. en kinderen Jan Willemszn Seberts in de richting van die poort ex uno en het huis van Peter de Weyer, broeder van den kooper, Molenbrugwaarts ex alio; en nog eenige huizen verder het huis de Doncquerspoort, dat eerst toebehoorde aan den op blz. 241 genoemden Joan Baptist Donckers Melchiorszn, die van zijne vrouw Adriana van Horenbeeck o.a. een zoon Martin Donckers had, die dit huis van hem erfde en tot vrouw had Mechteld van Boxmeer, dochter van Gijsbert en Catharina van Susteren. De curator over den verlaten boedel van dezen Martin Donckers verkocht 19 December 1691 (Reg. n° 480 f. 261) dit huis, dat alstoen omschreven werd als: huis met tuin, achterhuis, kamer, stal en pakhuis, staande aan de Vughterstraat nabij de Molenbrug en uitkomende met eene poort aan straat, zich achterwaarts uitstrekkende tot aan het Convent der Kruisbroeders, - aan Reinier van Boxel, koopman te den Bosch, hiervoren op blz. 265 reeds genoemd. Deze huwde twee malen, 1° met Anna van der Waarde, van wie hij had Catharina, Michiel, Adriaan en Maria Anna van Boxel en 2° met Margaretha Schaer, van wie hij twee kinderen had, die in 1710 nog onmondig waren. Van genoemden Reinier van Boxel kwam dit huis aan diens zoon Adriaan van Boxel en van dezen aan diens kinderen, ten wier laste het 9 Sept. 1767 gerechtelijk werd verkocht aan Hermanus van Venroy en Johan Alleger,
| 335 |
beiden wonende te den Bosch; het werd toen omschreven als: „huis en erf, genaamd de Doncquerspoort, met tuin, stal, tuinkamer, koets- en pakhuizen daarachter, staande tusschen het erf van Francis Lomans en de Roomsche kerk ex uno en het erf van Theodoor van Berkel en Theodorus Peters ex alio en zich achterwaarts uitstrekkende tot over de Dieze met twee of drie uitgangen op het Kruisboederskerkhof. Francis en Reinier van Venroy, kinderen van genoemden Herman van Venroy en diens vrouw Elisabeth Peters, alsmede de zoon, dien deze had van haren eersten man Chrysosthomus Mulders, zijnde Jan Mulders, verkochten 28 April 1774 hunne helft in de Doncquerspoort aan voornoemden Johan Alleger. Petronella van Venroy, woonachtig te den Bosch, weduwe en erfgename van Petrus Cnoebart, die in 1795 eigenaar werd van de Doncquerspoort, verkocht 21 Mei 1801 aan de Roomsche gemeente van de Parochie van St. Catharina in de Vuchterstraat aldaar een en moestuin met hovenierswoning, stal en pomp; gelegen achter het huis de Doncquerspoort en uitkomende met eene poort of deur bij de Kruisbroederskerk.
| 336 |